- Je analyseert de probleemsituatie van de zorgvrager met instrumenten. Je brengt de belemmerende en bevorderende factoren in kaart.
- Je formuleert begeleidingsdoelen. Dit doe je op basis van de input van de zorgvrager en zijn probleemanalyse van de situatie. Je werkt deze begeleidingsdoelen uit in een methodisch plan van aanpak.
- Je verantwoordt jouw methodisch handelen met een concrete hulpvraag van de cliënt en het plan van aanpak. Je doet aanbevelingen voor het verbeteren van het methodische proces in de praktijk.
- Je formuleert aandachtspunten voor jouw methodisch handelen in de praktijk. Dat doe je met reflectie, een kritische sterkte- en zwakteanalyse en feedback uit de praktijk.