- Je analyseert de inhoud, opbouw en strekking van wetsartikelen en ontleedt in voorwaarden en rechtsgevolg, om een rechtsregel te begrijpen.
- Je selecteert in een juridische casus de relevante feiten, selecteert, ontleedt en past toepasselijke rechtsregels toe, om een juridische vraag te beantwoorden.
- Je schrijft een juridisch betoog op basis van een juridische casus en wetsartikelen, jurisprudentie en parlementaire stukken.
- Je analyseert jurisprudentie en parlementaire stukken en past de essentie toe, om gevallen te vergelijken.