Er zijn zeven bijeenkomsten en een consultatiebijeenkomst. Je bereidt elke bijeenkomst voor door het bestuderen van literatuur en kennisclips, het maken van oefentoetsen en het geven van peerfeedback. Je voert zelfstandig een vooronderzoek uit en beschrijft de resultaten hiervan. Samen met twee medestudenten voorzie je elkaar van feedback. Met behulp van het vooronderzoek verdiep je je in (on)gezond gedrag en ziekte en de sociale verschillen in ziekte en gezondheid. Welk type interventie zet je in om gedrag te beïnvloeden en welke factoren zijn van invloed op gedrag? In peergroups bespreek je de bevindingen en test je een app om je eigen gedrag te monitoren. Je maakt online oefentoetsvragen en je oefent je theoretische kennis met de begrippentrainer. Ook bespreek je voorbeeldcases van interventies. Daarbij onderzoek je welk gezondheidsmodel ten grondslag ligt aan bepaalde interventies en hoe je deze vertaalt naar een specifieke doelgroep.