- Je analyseert opdrachten. Hierdoor kun je alle functionaliteiten helder specificeren.
- Je ontwerpt software. Dat doe je gestructureerd, de software moet immers aan de gestelde specificatie voldoen.
- Je hanteert en documenteert een verzorgde programmeerstijl. Hiermee schrijf je goed leesbare programma’s.
- Je schrijft en test C++ console-applicaties voor pc’s. Die moeten voldoen aan de gevraagde functionaliteit.