- Je maakt een analyse van de ontwikkeling van een kind of groep kinderen met een aandoening. Hierbij vergelijk je dit kind/deze kinderen met de kinderen met een normale ontwikkeling, zodat duidelijk wordt welke gezondheidsproblemen mogelijk kunnen optreden.
- Je analyseert de determinanten van gezondheidsgedrag van een kind of groep kinderen met een aandoening met behulp van het ASE- of een vergelijkbaar model, zodat duidelijk wordt welke gezondheidsgedrag veranderbaar is.
- Je stelt een preventieplan op, waarbij je per fase van gedragsverandering doelen en preventieactiviteiten beschrijft, die aansluiten bij de persoons- en gedragskenmerken. Zo wordt gezond gedrag gestimuleerd en ongezond gedrag voorkomen.
- Je werkt één specifieke preventie activiteit uit, zodat duidelijk wordt waarom je voor die betreffende preventie activiteit kiest en welke rol jij als verpleegkundige inneemt.
- Je maakt een infographic waarin je een preventie-activiteit samenvat en waarin je duidelijk maakt wie welke verantwoordelijkheid hierin heeft, zodat de voorlichting integraal en in samenhang gegeven wordt.